Geschiedenis

Waar moet je beginnen als je de geschiedenis van Egypte wilt beschrijven? Bij de rijke geschiedenis van Egypte denk je immers direct aan farao's, mummies, piramides en hiërogliefen. Toch heeft het land in de loop van de jaren verschillende veranderingen ondergaan. Ook vandaag de dag is Egypte nog steeds in beweging.

Tussen 2686 en 2181 voor Christus duiken de eerste farao's op in de geschiedenis. In die periode worden ook de eerste piramides gebouwd. Er werd continu gestreden om de macht. Pas toen in 2060 voor Christus Mentoehotep I aan de macht kwam, werd het op politiek gebied rustig in het land. Daardoor ging het met de handel beter en kon men een uitgebreidere begrafenis betalen. Geen wonder dat uit deze tijd dan ook verschillende mooie graftombes teruggevonden zijn. Ook prachtige bouwwerken, zoals de Piramide van Amenemhat III, stammen uit dat tijdperk. Van 1570 tot 1070 voor Christus beleefde Egypte haar Gouden Eeuw waarin de architectuur en kunst zich nog verder ontwikkelden. Uit deze tijd stammen de beroemdste farao's, zoals Toetanchamon, Ramses I tot en met Ramses XI en Armenhotep. De allergrootste en machtigste farao was Ramses II. Hij liet kolossale bouwwerken langs de Nijl plaatsen om mensen af te schrikken. De invloed van Rames II duurde maar liefst 67 jaar. 

Er kwam uiteindelijk een einde aan de macht van de farao's en de Perzen kwamen uiteindelijk als overwinnaars uit de strijd, maar niet voor lang. Vanaf 333 voor Christus behoorde het land toe aan Alexander de Grote, die een nieuwe hoofdstad stichtte: Alexandrië. In dit machtige handelscentrum kwamen de wetenschap, kunst en literatuur tot bloei. De beroemde koningen Cleopatra regeerde in de periode 51 tot 30 voor Christus. Zij hield de touwtjes in handen door zo goed mogelijk van haar vrouwelijkheid gebruik te maken. Aan haar regeerperiode kwam een einde toen ze uiteindelijk werd verslagen door de Romeinen.

Het oude Egypte herleefde weer even onder keizer Augustus totdat Sint-Marcus naar Egypte kwam om er het christelijke geloof te verkondigen. Omdat veel Egyptenaren overeenkomsten zagen tussen het christelijke geloof en de Egyptische goden, lieten ze zich bekeren. In de 7e eeuw kwamen Arabische moslims naar Egypte en wederom lieten veel mensen zich bekeren. Egypte werd compleet overgenomen door de Arabieren en ingelijfd als een provincie van het Arabische Rijk. Uit die periode stammen de sprookjesachtige paleizen en de Citadel, een Middeleeuws fort in het hartje van Caïro. In de 16e eeuw was Egypte een verlaten land. Napoleon gaf Egypte weer glans en zette het weer op de kaart. Onder Mohammed Ali werd het land gemoderniseerd en kwamen er spoorwegen, werden kanalen gegraven en werd de landbouw uitgebreid. De bevolking had echter een grote drang naar onafhankelijkheid. In 1952 kwam er een einde aan de macht van Mohammed Ali en een jaar later werd Egypte een republiek.